Biologie
Koraalriffen zijn van groot belang voor de natuur. Een koraal is een belangrijk deel van een groot complex ecosysteem - het koraalrif. Koralen staan bekend om hun schoonheid, omdat ze erg kleurrijk zijn. Het zijn reusachtige kalkafzettingen die door miljoenen jaren heen gevormd zijn door kleine ongewervelde diertjes; koraalpoliepen. Deze vormen skelethuisjes van calciumcarbonaat (CaCO3) als bescherming tegen zeesterren of vissen.
Voortplanting
De koraalpoliepen planten zich voort doormiddel van aseksuele of seksuele reproductie. Bij aseksuele reproductie delen de koraalpoliepen zich of scheidt een deel van de kolonie zich af om een nieuwe te vormen. Meestal planten ze zich seksueel voor; op bepaalde momenten scheiden ze dan massaal spermacellen en eicellen af die dan koraal larven vormen. Als ze zijn volgroeid zetten ze zich vast door een kalkskelet te vormen. De meeste koralen groeien erg langzaam en daarom duurt de vorming van een rif eeuwen. De massieve koralen groeien het langzaamst, zo’n 5-25 mm per jaar.
Voedsel
Koraalpoliepen leven van plankton (een verzamelnaam voor alle microscopisch kleine organismen die in de zee leven). Ze eten niet alleen plankton, maar leveren ze ook een woonplaats. In het ecosysteem van een koraalrif is samenwerking van groot belang. Alles is afhankelijk van elkaar en daarom is het ook zo’n kwetsbaar ecosysteem. Als je één schakel weghaalt, kan een groot deel van het systeem instorten.
Koraalriffen behoren tot de klasse Anthozoa, waarin je ze in twee onderklassen kan verdelen; Octocorallia en Hexacorallia, ook wel niet-rif-bouwende koralen en steenkoralen.
Steenkoralen (Hexacorallia)
Dit zijn koralen met een kalkskelet. Deze zijn gemaakt door de koraalpoliepen. Koraalpoliepen zijn grotendeels afhankelijk van de zoöxanthellen die ze huisvesten. Dit is een bepaald soort plankton die in de koralen leven. Deze geven de koralen hun felle kleuren. Als het koraal gezond is hebben ze prachtige felle kleuren zoals rood, paars of blauw, afhankelijk van de soort zoöxanthellen. De zoöxanthellen zitten vooral in de tentakels van de poliepen van het koraal. Via fotosynthese zetten ze koolstofdioxide die van het koraal komt om in zuurstof, die nodig is voor de poliepen om te overleven. Verder maken deze zoöxanthellen ook koolhydraten via fotosynthese, die de koralen voorzien in hun voedselbehoefte. Het koraal vangt zelf ook wel wat voedsel, dit doen de koraalpoliepen met behulp van kleine tentakels die voedsel (minuscule zeediertjes) uit het water kunnen filteren.
Wanneer een koraalpoliep doodgaat laat hij zijn kalkskelet achter. Dit is dan een ondergrond voor weer nieuwe poliepen, waardoor het rif hoger en hoger groeit. Voor de zoöxanthellen is dit ook belangrijk, omdat het licht wat zijn nodig hebben voor fotosynthese niet erg diep de zee in rijkt. Als het koraal gezond is hebben ze prachtige felle kleuren zoals rood, paars of blauw, afhankelijk van de soort zoöxanthellen.
Niet-rif-bouwende koralen (Octocorallia)
Deze groep heeft geen kalkskeletten, en heeft dus ook geen zoöxanthellen nodig. Daarom komen deze koralen vooral voor in diepere wateren en schaduwrijke plekken, omdat ze geen zonlicht nodig hebben voor de zoöxanthellen. In deze groep komen onder andere zachte koralen en gorgonen voor. Deze koralen leven van soorten plankton die niet aan fotosynthese doen, omdat het licht niet zo diep rijkt. Deze koralen leven van soorten plankton die ze vangen.
Koraalriffen zijn van groot belang voor de natuur. Een koraal is een belangrijk deel van een groot complex ecosysteem - het koraalrif. Koralen staan bekend om hun schoonheid, omdat ze erg kleurrijk zijn. Het zijn reusachtige kalkafzettingen die door miljoenen jaren heen gevormd zijn door kleine ongewervelde diertjes; koraalpoliepen. Deze vormen skelethuisjes van calciumcarbonaat (CaCO3) als bescherming tegen zeesterren of vissen.
Voortplanting
De koraalpoliepen planten zich voort doormiddel van aseksuele of seksuele reproductie. Bij aseksuele reproductie delen de koraalpoliepen zich of scheidt een deel van de kolonie zich af om een nieuwe te vormen. Meestal planten ze zich seksueel voor; op bepaalde momenten scheiden ze dan massaal spermacellen en eicellen af die dan koraal larven vormen. Als ze zijn volgroeid zetten ze zich vast door een kalkskelet te vormen. De meeste koralen groeien erg langzaam en daarom duurt de vorming van een rif eeuwen. De massieve koralen groeien het langzaamst, zo’n 5-25 mm per jaar.
Voedsel
Koraalpoliepen leven van plankton (een verzamelnaam voor alle microscopisch kleine organismen die in de zee leven). Ze eten niet alleen plankton, maar leveren ze ook een woonplaats. In het ecosysteem van een koraalrif is samenwerking van groot belang. Alles is afhankelijk van elkaar en daarom is het ook zo’n kwetsbaar ecosysteem. Als je één schakel weghaalt, kan een groot deel van het systeem instorten.
Koraalriffen behoren tot de klasse Anthozoa, waarin je ze in twee onderklassen kan verdelen; Octocorallia en Hexacorallia, ook wel niet-rif-bouwende koralen en steenkoralen.
Steenkoralen (Hexacorallia)
Dit zijn koralen met een kalkskelet. Deze zijn gemaakt door de koraalpoliepen. Koraalpoliepen zijn grotendeels afhankelijk van de zoöxanthellen die ze huisvesten. Dit is een bepaald soort plankton die in de koralen leven. Deze geven de koralen hun felle kleuren. Als het koraal gezond is hebben ze prachtige felle kleuren zoals rood, paars of blauw, afhankelijk van de soort zoöxanthellen. De zoöxanthellen zitten vooral in de tentakels van de poliepen van het koraal. Via fotosynthese zetten ze koolstofdioxide die van het koraal komt om in zuurstof, die nodig is voor de poliepen om te overleven. Verder maken deze zoöxanthellen ook koolhydraten via fotosynthese, die de koralen voorzien in hun voedselbehoefte. Het koraal vangt zelf ook wel wat voedsel, dit doen de koraalpoliepen met behulp van kleine tentakels die voedsel (minuscule zeediertjes) uit het water kunnen filteren.
Wanneer een koraalpoliep doodgaat laat hij zijn kalkskelet achter. Dit is dan een ondergrond voor weer nieuwe poliepen, waardoor het rif hoger en hoger groeit. Voor de zoöxanthellen is dit ook belangrijk, omdat het licht wat zijn nodig hebben voor fotosynthese niet erg diep de zee in rijkt. Als het koraal gezond is hebben ze prachtige felle kleuren zoals rood, paars of blauw, afhankelijk van de soort zoöxanthellen.
Niet-rif-bouwende koralen (Octocorallia)
Deze groep heeft geen kalkskeletten, en heeft dus ook geen zoöxanthellen nodig. Daarom komen deze koralen vooral voor in diepere wateren en schaduwrijke plekken, omdat ze geen zonlicht nodig hebben voor de zoöxanthellen. In deze groep komen onder andere zachte koralen en gorgonen voor. Deze koralen leven van soorten plankton die niet aan fotosynthese doen, omdat het licht niet zo diep rijkt. Deze koralen leven van soorten plankton die ze vangen.